Zelf je school maken is een nieuwe soort zelfredzaamheid beleven.
Je persoonlijke ontwikkeling gebeurt op een locatie in ontwikkeling. Deze plek staat niet stil en dus wordt je verplicht om in al dat bewegen je eigen plaats te vinden. Het leerproces is dus in de eerste plaats een oefening in motivatie, inspiratie en vooral ook reflectie. Dat je kritisch leert zijn over wat voor jou waarde- en betekenisvol hoort te zijn, bepaalt in grote mate hoe creatief én productief je zal worden. Het helpt hierbij als je studiemateriaal kan gebruiken dat dicht bij je dagelijkse leven staat. Je ziet dan duidelijker de relevantie van het abstracte leerproces tot jouw eigen capaciteiten en correcte toepassing van alle opgedane kennis. Heb je vertrouwen dat deze leertijd effectief bijdraagt tot jouw kunnen, dan lijkt al dit reverse engineering, verzamelen, sorteren, restuareren en upcyclen al gauw op spel en plezier. Beslis je dan om je hier jezelf rond te blijven bekwamen, dan kunnen je activiteiten met een beetje focus uitgroeien tot een creatieve fabriek dat een verkoopbare dienst of product aflevert.
In theorie zou het schoolmaken dus een spelend inkomen genereren om de werking van de creatieve fabriek te verzekeren. In de praktijk levert dit door de hoge werkingskosten in de stad helaas geen duurzame toekomst op. Schoolmakers worden vaak verplicht om naar aanvullende inkomsten te zoeken in de vorm van sociaal engagement, commerciele activiteiten, elders deeltijds te werken of subsidies te slurpen.